Zaterdagochtend zes uur. Ik reed op een totaal verlaten snelweg. Nog niet helemaal wakker schudde ik mijn hoofd. Ik zou eigenlijk op Ibiza met mijn achterste in het zand zitten. Beetje hardlopen en vooral lekker bijkomen van wat al te veel hectiek en spanningen. Helaas ging dat niet door. Misschien maar beter ook. Als je in een dal zit, dan kun je er beter maar lekker diep door heen gaan is mijn ervaring. Dan kun je later weer extreem pieken.
Zat ik in een dal dan? Eens kijken twee fulltime opdrachten tegelijkertijd, veel reistijd, weinig lucht vooral vanwege veel te geile bomen en een gekneusd ribje. Wellicht twee zei de dokter. En natuurlijk die spierpijn in mijn borststreek maar die is al bijna chronisch te noemen. Het is allemaal niet zo erg. Wat het ergste is, is dat ik dus te weinig aan hardlopen toe kom. Dus ook te weinig van dat lekkere stofje in mijn hersenen. Tijd voor een experiment: lekker diep gaan.. het Ahrtal dus..
Tja alleen die zes uur was aan mij niet besteed. De hele week was het al vroeg. Tja.. En dan op zaterdag.. Drie andere fanatiekelingen ophalen op een verlaten carpool plaats langs de A1. Een achter gelaten auto op lege Grolsch kratjes gaf me antwoord op de vraag of het echt verstandig was om je daar je auto achter te laten. Des te meer reden om dan maar met liefde de BOB te zijn en mijn medefanatiekelingen voor die dag op te pikken.
Mona kende ik al jaren. Al hoewel.. Ik had met haar een keer mee gelopen op een zondagochtend. Het was een historische dag, vol met leuke nieuwe ontmoetingen. Ik weet niet meer wat dat met haar was.. Iets met lekker in bad en een pakketje dat via de post kwam ofzo.. Genoeg om me te laten verleiden mee te gaan. Ze had haar Duitse vriendin Zweifinger en een hardloopmaatje Guus mee genomen. Hoe meer Seelen hoe meer Freude.
Ik zette mijn auto in vluchtstand neer. Ze haasten zich om al bibberend snel in te stappen. Het was echt koud en ze hadden al even op me gewacht. Tijd om de zaak op te warmen. Ik gooide hem in zijn twee en reed in een vlaag van semi-verstandsverbijstering de verkeerde kant van de weg in. Geisterfahren.. Iedereen gillen, ik draaide direct om en iedereen had het warm. Ik trouwens ook..
Nadat we ondanks alles veilig in Arnhem waren gearriveerd kwam de bus van MST al vrij snel aanrijden. Alleen Marc was er. Simon zat op Gran Canaria en Tonnie liep in de Ardennen. Dat mocht de pret niet drukken. Guus vertelde dat hij gisterenavond een renhorloge had gewonnen en dat dat zeker niet de eerste keer was. Vandaag mocht hij ook al naast mij zitten. Wat een mazzelaar.
Mona en Zweifinger zaten direct achter ons. Ik heb liever dat soort vrouwen voor me. Kun je ze een beetje in de gaten houden. Al snel ontstond in de bus een soort Roparun achtige sfeer waarin veel mag en in ieder geval alles kan. Het verschil tussen mannen en vrouwen kwa ransigheid wordt dan vaak minimaal tot nul. Een binnensmondse boer is natuurlijk nog steeds een boer en een stille wind ruikt ook gewoon wie ein Furz. Met enige hulp van Zweifinger kon ik er niet om heen. De toon was gezet. Het hoorde allemaal bij bereiken van het absolute dieptepunt.
Hoe lang was het alweer geleden dat ik me in Duitsland durfde te vertonen. Eens kijken in 1988 was ik er nog even geweest. Daarna eigenlijk niet meer. Owja.. Toch wel.. De RoHaRun gaat natuurlijk vanaf Hamburg. En owja.. ik had er ook nog een Marathonnetje gelopen. Langs de snelweg zag je kilometers lange vrij diepe afgravingen. Natuurlijk wist ik wel dat onze Duitse Nachbarn goed waren in kuilen graven maar dit is wel heel erg je punt willen maken. Wat een hoogte verschillen. Ik dacht.. Een paar boompjes, struikjes.. En de eerste single tracks schieten vast als paddestoelen uit de grond.. Over twintig jaar kunnen we daar toch mooi weer lopen..
Nu we steeds dichterbij ons doel kwamen werd er in de bus gefilosofeerd over de zwaarte van het parkoers. Zweifinger, Guus en ik hadden sowieso nog nooit in Duitsland een trail gelopen en waren zeker echte Ahrtalmaagden. We konden dan ook niet wachten om onze Jungfraulichkeit liefs onder het slaken van kleine gilletjes te verliezen.
Zo probeerde we ons een beeld te vormen van “technische stukken”. Bij de briefing hadden we immers gehoord dat de eerste 5 kilometer vooral bestond uit technische stukken. Nou kende ik natuurlijk wel de mooie en lastige stukken uit de AV34 routes van Vos. Waarschijnlijk was hier alles “mooi” en “lastig”. Dus blijkbaar moest er voor de echt gemene stukken een nieuwe definitie worden gemaakt. Waarschijnlijk waren dit de stukken waar je alleen met handen en voeten door kon komen, waar je altijd moest oppassen voor loszittend grind en waar de afgrond altijd dicht bij is. Dus Klautern, gut Umsehen und immer aufpassen fur die Tiefe. We besloten om ze heel praktisch af te korten tot K.U.T.- stukken dus..
Ahh. Duitsland.. Ik rook de Bratwurst en zag rond-borstige vrouwen met diepe uitgesneden jurken het bier rond brengen. Dit was een land voor echte mannen. Ik rechte mijn rug en trok mijn schouders naar achter toen we een van de locale bierstube naar binnen gingen om ons om te kleden. Laat alles wat gut is maar komen. Ik opende mijn ogen en stond op de regionale kegelbahn. Herren rechts en Frauleine links. Und in die mitten die ballen.

De instructie had ons gevraagd om al aangekleed te verschijnen om zodoende snel te kunnen starten. Dus ik trok mijn race vest over mijn schouders en was klaar. Liet met enige beheersing de Bowlingkugeln voor wat ze waren en liep naar buiten. Ik was er klaar voor. Nou ja.. Klaarder dan dit zou het niet worden. Op naar die Tiefe.
Al hoewel.. Ik moest en zou nog oefenen met stokken voor de Dolomiti di Brenta trail. En dan heb je die dingen gewoon nodig. Goed. Ik had het al snel aan de stok met van MST geleende ondingen. Marc zag geen probleem. Ik kon ze in de hand houden of onder aan mijn racevest binden. Ik ging voor het laatste, bang dat ik was om het eerste technische deel, je weet wel dat technische K-stuk dus zowel mijn handen als mijn voeten nodig had.
Voordat we gingen moesten we Mona al alleen laten. Zij wilde niet in team 3, der Kehrmaschine. Het bij elkaar harken van achterblijvers is een tough job of zoals de duitsers zouden zeggen harte Arbeid en iemand musst das tun. Onder enthousiaste leiding van Marieke.. onze gids.. In het duits is dat unsere Fuh… nou ja.. Laat maar..
Marieke ging van start, alsof ze de 100 meter moest lopen, richting de eerste Berg. Ik zag er een beetje tegen op. Dat kon ook niet anders. De berg was vrij hoog. Ik hoorde Marieke en een andere gids fluisteren over “de Graad” of wellicht “de Graat”.. Boeeeh.. Het was om bang van te worden.. We zouden de Graat nemen, er over heen lopen, klautern en met een beetje mazzel zouden we dit deel overleven. Sommige van onze voorgangers waren gesneuveld op de Graat. Dit was inberechnet en daarom moesten we ook onze verzekeringspas meenemen. Al vroeg ik me af wat ik daaraan had als ik van de Graat in het ravijn was gedonderd. Als tool om mee uit te klautern??

Ok. Vergeet de Amersfoorste weg, vergeet de heuvels bij Hoog Soeren.. Vergeet zelfs Zuid Limburg.. Het zijn verkeersdrempels, molshopen vergeleken met deze martelwerktuigen. Dit zijn de echte heuvels.. Wellicht zelfs bergen.. In de buurt van Apeldoorn kun je inderdaad best wel wat hoogtemeters maken.. Hier maak je alleen maar hoogtemeters.
Ken je misschien die single track over de wallen ten zuiden van Ugchelen.. Nou de Graat is ook zo iets.. Maar dan totaal anders.. De Graat bleek een richel waar zelf de ervaren trailer met handen en voeten over heen moest. Ik voelde me Gollum uit LOTR maar dan zonder My Precious. Ik was langzaam en ging wel gestaag door.. Tot groot vermaak van enkele dames die me met grote glimlach stonden op te wachten.. Had ik het dan eindelijk bereikt? Het absolute dieptepunt..
Het was richting het vriespunt maar ik had het warm. Marieke gaf me een knipoog en vroeg of ik ok was. Tuurlijk was ik ok. Ik was meer dan ok. Ondanks een latente hoogtevrees, genoot ik van dit avontuur. Ik stond hier bovenop de heuvel me vast te houden aan een kruis. Dat doen ze hier in Duitsland. Vind de heuvel en zet er een kruis op. Zo’n gewoon kruis dan.. Je weet wel zo’n Paaskruis.. Niet zo’n andere kruis..

Marieke stond naast me en wees naar de volgende heuvel net weer ietsje hoger. Daarboven op stond een ruine van een kasteel ofzo.. Ze lachte en was weg. Als een elf sprong ze van steen naar rotspunt. Ik keek nog eens naar boven.. Een ruine.. Lag er heel fotogeniek bij. Kan iemand mij vertellen waarom ze dit soort toeristische trekpleisters altijd op een berg moeten bouwen? Was het ook voor de bouwers niet praktischer om hem te bouwen in het dal. Voor iedereen gemakkelijker..

In de verte zag ik Mona al zwaaien. Groep 2 had de tocht over de Graat al door staan. Blijkbaar geen slachtoffers. Gelukkig maar.. Geeft altijd zo’n troep.. Wij moesten nog even. Het was weinig echt lopen. Veel klautern. Uiteindelijk kwamen we bij een hekwerk om de toeristen te beschermen zodat ze niet in de afgrond zouden vallen. Daar kwamen wij dus aan geklauterd. Wij moesten over dat hek heen om in de ruine te komen..
De weg naar beneden van prachtig. Langs de stijle afgrond stonden de wijnranken nog in winterslaap. Zo steil dat het onmogelijk leek om ze uiteindelijk te plukken. Waarschijnlijk neergezet voor de toeristische blikken. Dat werkte nu al. Het begon te sneeuwen. Prachtig. Het Ahrtal veranderde in een kerstlandschap inclusief bijbehoren treintunnels en watervalletjes. Nou ja.. Dat laatste dan niet maar ik mag graag wat erbij fantaseren.
Ik liep samen met onze energieke begeleidster naar beneden. Marieke kwam eigenlijk uit Vaasen maar kende daar niemand meer. Het begon steeds harder te sneeuwen. Handschoenen en muts waren al geen overbodige luxe. Nu waren ze absolute noodzaak. Wie had dat verwacht half april? Blij waren we dat we eindelijk een afdakje hadden gevonden.

Even wachten op de anderen. Het was immers een social run. In de sneeuw liep ik samen met Garmina in volle vaart naar beneden. Ze zeggen dat het lopen in de sneeuw gunstig is want er zit dan nog meer zuurstof in de lucht. Ik zag echter geen hand voor ogen. Ik vertrouwde op haar. Ik keek naar de sneeuw. Het bleef plakken op mijn bandana en haar blonde krullen zaten er ook vol mee. Ik voelde mijn rib amper. Mijn longen zat vol met lucht. Ik voelde me best wel ok. Dit was gewoon de sneeuwroute maar dan zonder de Grote Jongens, zonder Brok, zonder Lotte.. Slik.. Tjonge.. Ik voelde de sneeuw uit mijn ooghoek over wang glijden. Was dit dan echt het absolute dieptepunt?

Helemaal beneden in het Ahrtal stond een deel van de groep al op ons te wachten. Zij hadden op hun eigen manier het dal al bereikt. Het sneeuwen was even gestopt. Alles wat je hoorde in dit dorpje was het enthousiast hijgen van mijn medelopers. De afdaling viel nog niet mee. Ik was blij. Dit was mooi. Ik veegde voor de zekerheid de laatste druppels van mijn wang. Ik voelde de kracht in mijn lijf aanzwengelen. Behalve die chronische pijn in mijn borststreek voelde mijn lijf best ok. Ilse keek me nieuwsgierig aan. Ik deed verlegen door deze onverwachte aandacht mijn bandata van mijn hoofd.. “Ja..” Zei Ilse met een licht tukster accent “Ik ken jou ergens van.. Je lijkt een beetje op uh..? Hoe heet die gast ook alweer?” Een brede glimlach verscheen op mijn gezicht. Ik was op weg terug.. Op weg naar een volgende top..
Lees verder over mijn weg naar een volgende top in het tweede deel: “Deutsch aufhalen teil zwei.. …”