nummer 14..

Vorige week liep ik mijn 14e halve marathon in mijn oranje shirt van de marathon van Amsterdam. Het KNMI had code oranje afgekondigd. Maar het had net zo goed code geel kunnen zijn. Ok.. het waaide een beetje hard. Op de snelweg hield ik dan ook goed mijn stuur vast. Het maakte me niet uit. Ik voelde me goed en had er zin in. Ik loop altijd goed bij extreme weersomstandigheden. “Elk nadeel heb zijn voordeel” hoor je tegenwoordig steeds vaker zeggen.

De halve marathon van De Haar. Ik had het parcours bekeken en het zag er nogal vlak uit. Gelukkig zou het hard waaien en mogelijk ook nog regen en hagel. Er stond een flinke file om op het enorme parkeerveld te komen. Niemand wist waarom. Ik herinnerde me dat een beroemde Nederlandse filosoof ooit zei: “Mensen moeten harder gaan rijden, dan zijn ze sneller van de weg, dus zijn er minder files.” Voorlopig stonden wij gewoon vast.

Bij een splitsing voor de parkeerplaats stond een jonge wat magere man het verkeer te leiden. Hij gebaarde met beide armen welke auto danwel links danwel rechts de ruimte in moest bewegen. Ik zag dat hij zijn startnummer al op had. Het was raar dat zijn startnummer niet overeen kwam met zijn rug- en broek-nummer. Wij hadden de auto al ergens in de berm geparkeerd. “Hey.. moet jij niet hardlopen?” riep ik naar hem. Ik begreep het niet. Wij waren aan het haasten en hij stond daar gewoon relaxt het verkeer te regelen. Eigenwijs keek hij me aan. “De hoogste opgave van het menselijk kennen is: te begrijpen dat hij niet begrijpen kan..” Ik was stom verbaasd. Hij stelde zich voor als Hendrik uit Amsterdam. Ergens kwam hij me vaag bekend voor.

Hendrik lulde ons onderweg naar de start suf over de zin en onzin van parkeerbeheer, hardlopen en het leven. Ik keek hem af en toe vol ongeloof aan. Om tijd te besparen reden er huifkaren tussen de parkeerplaats en de start. Wij hadden hem net gemist maar ja.. waarom niet op een rijdende huifkar springen? Juf trok een sprint en ik ging er achteraan. Hendrik was al eerste op de kar. “Jij bent snel..!!” zei ik tegen hem toen ik mezelf lekker knus tussen twee oudere dames had gepropt. Hendrik antwoordde “Kijk, als ik iets eerder begin te lopen dan een jij, dan lijk ik sneller. Das logisch!!”.

En we moesten wel springen. We waren namelijk erg aan de late kant en Juf moest ook nog plassen. Ik vertelde aan Hendrik dat we nu wel op tijd voor de start zouden zijn. “Of we waren op tijd of we waren te laat. En als we te laat waren dan hadden we moeten zorgen dat we op tijd waren vertrokken.” zei Hendrik. Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Snel omkleden, startnummer opspelden, tas met schone kleren netjes afgeven, even plassen en op een draf naar de startvakken.

Zoals ik al zei.. ik had er zin in. Sterker nog.. ik ging er voor. Ik had stiekum mijn persoonlijk record op de halve bekeken en ook al wist ik dat het weer te extreem was voor een nieuw PR.. Ik ging ervoor. Dat PR moest aan flarden. Of in ieder geval mijn gedachten moeten aan flarden. Deze pasen was het eieren lopen. Hendrik wist me te vertellen dat “Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt.” Zucht.. Weer gelijk.. Mijn hoofd moest in ieder geval leeg. Mijn lichaam moest leeg. Alsof ik daarna weer vers opnieuw zou kunnen beginnen.

De eerste paar kilometers ging soepel, veel te soepel. De zon scheen. Het was gewoon warm. Wind in de rug. Dit sloeg nergens op. Op deze manier zou never nooit mijn hoofd niet leeg raken. De wind wakkerde aan. De route ging nu langzaam maar zeker zuidwaarts. De wind kwam vol van voren. Ik versnelde en keek naar achteren. Juf keek moeilijk en haakte aan. Hendrik liep lekker met ons mee. Ik keek naar boven en dacht is dit alles wat je hebt. Een paar van die windvlagen. Werk nou eens even mee!!

De wind wakkerde nog meer aan of wellicht kwam de route gewoon volledig in de wind te liggen. Ja.. dit was hem. En nu helemaal los. Juf ging terug in haar trainingstempo. Ik had sterk gevoel dat ik mijn PR op mijn buik kon schrijven maar ik zou hier sowieso met opgeheven hoofd het parcours verlaten. “Als je niet ken winnen, moet je zorgen dat je niet verliest” zei Hendrik en zo was het. Hendrik kwam naast me lopen.

Hendrik vroeg me naar mijn tactiek. Ik legde hem uit dat ik gewoon achter een grote man zou gaan lopen en hem daarna zou inhalen opweg naar de volgende grote man. Hendrik reageerde rustig: “Tactiek is niet je man uitschakelen of zo. Nee, het is weten waar je mee bezig bent.” Tja.. ik moest hem weer gelijk geven. Links en rechts gaf hij andere hardlopers ook aanwijzingen. Een vrijwilliger die het verkeer tegen hield kreeg nog wat feedback en zelfs een paar schoolkinderen die wat dicht langs de kant stonden voor een high five kregen wat tips. Hij lachte om die laatste actie en vertelde me dat “De punten moeten dáár op de i gezet worden, waar ze horen.”

Het was zwaar. De wind waaide zo hard dat zelfs de dranghekken vast gehouden werden. Ik keek naar Hendrik die nog steeds naast mij liep. “Weet je wat zwaar is?” vroeg hij. “Zwaar is als je door een provocerend artikel in een schandaalblaadje de wk finale verliest. Of als je na jaren lang de tribunes hebt vol gespeeld, je bij een interessante transfer wordt uitgemaakt voor geldwolf. Nee.. weet je wat zwaar is? Als je bij je afscheid met 8-0 ten ondergaat tegen een Duitse ploeg. Dat is zwaar!!” Maar zei hij; “Je gaat het pas zien, als je het door hebt..

Getergd fluisterde hij nog even door.. “Die laatste maanden.. die waren zwaar..” Ik zag de trieste blik in zijn ogen. Ik begon me diep te schamen en zette nogmaals aan. Hij had weer gelijk. Na een paar minuten stilte vroeg ik hem hoe dat toch kon. Hendrik zei: “Voordat ik een fout maak, maak ik die fout niet.” Mensen die me kennen weten dat ik amper stil te krijgen ben maar ik was weer stil.

In de laatste kilometers liep hij van me weg. Ik zag hoe elegant hij zich voort bewoog. Hoe hij druk gebarend nog steeds links en rechts te lijnen uit zette en medelopers begeleidde. Hij was onnavolgbaar. Ik kon hem dan ook niet volgen. Bij de finish stond hij op me te wachten. Hendrik klopte me op mijn schouder en hij zei lachend.. “Wij hebben het uitstekend gedaan, simpelweg omdat we niet beter konden. Dat is logisch.

Juf kwam even later ook stralend binnen. Ik moedigde haar nog even aan op haar laatste meters. Daarna draaide ik me om Hendrik te bedanken voor het meelopen en al zijn wijsheden. Hij was al weg. Ik mistte hem nu al..

Gracies Hendrik..

Hardloopblog nummer 14