Eigenlijk is zo’n prachtig hotel aan de rand van de duinen in Schoorl de ideale plek voor een romantisch weekend of een idyllische overnachting. “Waarom ga je er dan hardlopen?” vroegen enkele van mijn meer romantisch ingestelde vrienden. ” tja, omdat het kan..” Al jaren wil ik graag hardlopen in een van de bekendste trail dorpen van Nederland. Maar ja.. je kunt het je bijna niet voorstellen maar de georganiseerde trails in die regio zijn nog populairder dan een concert van Adele of Justin B.
In allerlei hardloopboeken staat geschreven dat je je motivatie kan bevorderen door af en toe een andere route te lopen. Makkelijk scoren zou ik zeggen. Nu is er op dit moment helemaal niets mis met mijn motivatie. Ik pak gewoon de kans om wat vaker op totaal verschillende plekken in ons mooie kleine kikkerlandje te lopen (lees de gehele verandering van spijs serie: deel I: Kaalslag, deel II: Bulten en heuveltjes of deel III Lijden of deel IV Weerstand. Deze keer dus rennen in Schoorl, terwijl ik me normaal gesproken uitermate goed vermaak in de bossen bij Apeldoorn. Allebei super en toch ook zo ontzettend verschillend.
Gepakt en gezakt stond ik voor de receptie van Hotel Jan van Scorel. Normaal gesproken reis ik heel licht. Dit keer maakte de mudje volle sporttas met renkleding voor twee dagen rennen echter het verschil . De charmante receptioniste keek me aan.. en langs mijn redelijk atletisch lichaam (snel trok in mijn buik in..) naar de grond waar maar liefst drie tassen stonden. Ze herhaalde nog eens dat ik voor een nachtje kwam. Ik bevestigde met enige schaamte. Misschien dacht ze dat ik niet alleen was maar een schaamteloze blik naar mijn kale ringvinger kon die theorie niet bevestigen. Ze kreeg er rode wangen van.
“Net goed” dacht ik. Ik kom vandaag maar voor een ding. Hardlopen en zee. Nou ja, twee dingen dus. Ik liep naar mijn hotel kamer. Ik hoorde ze daarnet tussen twee zinnen terloops ook nog het u-woord zeggen. “Upgrade”. Lekker.. Ik was benieuwd en werd niet teleurgesteld. Een zeer ruime hotelkamer met een comfortabel bed voor twee personen. Tja. Ik plofte mijn sporttas op het hoogst waarschijnlijk verder nutteloze rechterdeel.
Vanuit de auto had ik de bewoonde wereld en daarna polderlandschap langzaam zien veranderen totdat uiteindelijk aan de horizon de uitgestrekte duinen van Noord Holland verrezen, the dutch mountains. Nog nooit was ik dan ook zo snel in mijn renoutfit gesprongen. Naar buiten.. naar buiten.. De geduldige receptioniste gaf me een begripvolle knipoog nadat ze waarschijnlijk voor de duizendste keer uitleg gaf over hoe simpel je de weg naar de zee kon vinden. “4,5 km” zei ze met een brede lach die ik herkende. Ik hoopte stiekum dat ik er toch wel wat meer uit zou kunnen halen.
Direct achter het hotel begonnen de duinen met uitgestrekte naaldbossen. Prachtig. Dit was eigenlijk te mooi om niet te delen. Ik had geen flauw idee waar ik heen moest. Het o zo simpele pad was echt niet o zo duidelijk. De locale natuurbeheerders hadden zich flink uitgesloofd. Wandelroutes, paardrijpaden, nordic walking pad, rollator- en fiets-paden. Blijkbaar was hier voldoende ruimte voor al deze ongein. Dus deed ik maar wat. Ik genoot van de glooiingen in het stille landschap en de super mooie naaldbomen. Uiteindelijk koos ik voor een door de plaatselijk boerenleenbank aangelegde mountainbike single track.
En zoals wel vaker met dat gemountainbike, leidt het nergens toe. Zo kwam ik maar niet bij de door mij zo verlangde zee. Die fietsjes kunnen natuurlijk niet door het mulle zand. Daarom besloot ik maar een alternatief pad te nemen. Ik moet ik zeggen dat de sporen niet echt duidelijk waren en toch had ik sterk het vermoeden dat hier toch zeker al eerder iemand had gelopen. Waarschijnlijk zou de duinpolitie het me niet in dank afnemen. Het pad ging wel richting de zee en zoals een oud Vaticaans spreekwoord zegt.. “Het doel heiligt de middelen”
Al snel kreeg ik door waarom het spoor niet echt duidelijk was. Ik stuitte op een kudde zwarte duinkoeien. Je kent ze wel. Ze staan ook op van die sherry flessen. Het uit de kluiten gewassen alfamannetje keek mij tamelijk verontrust aan. Ik kan je helaas niet vertellen waarop ik dat baseerde. Wellicht was ik zelf verontrust door het feit dat hij behoorlijk aanwezig op mijn pad stond. Het had me dan ook niet verbaasd als hij stellig dacht dat het toch echt zijn pad was.
Op de achtergrond waren twee van zijn kuddegenoten op een onhandige manier een semi-romantische poze aan het uit proberen. De duinstier bleef er rustig onder en keek mij nog steeds aan. Ik voelde me een indringer en daarom koos ik snel een nog smaller en onbegaanbaarder pad waar ik ook wat hazen zag weg schieten. Ik rook de zee al. Ik kon niet ver meer weg zijn. In de verte zag ik een inkeping in de verder strakke duinrichel, wat normaal gesproken betekende dat daar een ingang naar het strand zat. Ik richtte me op dat punt terwijl achter mij de genoemde zwarte duinstier zich weer richtte op een of andere verdwaalde grassoort of wat die beesten zoal eten.
De inkeping was dichterbij dan ik had verwacht maar de weg ernaar toe was afgezet door een onschuldige uitziende afzetting die bestond uit drie draadjes. In een flits dacht ik aan schrikdraad. Ik keek naar mijn kruis en besloot niet direct over de afzetting te stappen maar er langs te lopen totdat er een wat gunstiger mogelijkheid bestond. Een paar vage voetstappen van een dappere voorganger verraadde een plek waar het zand een stukje hoger lag en dus de afzetting lager leek. Ik ben nogal visueel ingesteld. Daarom wil ik jullie dat minder romantische beeld van zo’n dun onbeschermd kruisgedeelte in mijn renbroek die langzaam maar zeker voorzichtig zich over het schrikdraad beweegt besparen. Ach, wellicht was het helemaal geen schrikdraad. Toch even proberen. Ik moest toch nodig plassen. Ai.. ahhhh.. toch wel..
En doorrr.. De inkeping in de duinenrichel bleek gewoon een speling van de natuur. Het maakte allemaal niet uit want ik zag de zee. Ik ging zitten. Dat het zand nogal koud en nat was deerde me niet. Dat deel van mijn lichaam was tijdelijk verdoofd en ik was toch volledig ingepakt door de zee.. de Zee.. Nu is het echt niet zo dat ik nog nooit de zee heb gezien en toch leek hij anders. Grappig woord trouwens “zee”. Zou het komen van het engelse “sea” en “see”. Hoe dan ook.. Ik bleef maar kijken..
Redelijk hoge golven met flinke schuimkopen klotsten tegen het strand. Alwaar het schuim nog even door wind opgetild verder het strand op rolde. Op strand liep een kudde kokmeeuwen. Je weet wel.. met van die hoge mutsen.. Alleen sporen van een auto verraden tekenen van menselijk leven. Geen voetsporen, geen blikjes, geen palen met dick bruna figuren, geen foeilelijke kliko’s, geen .. nou ja.. wellicht voldoende beeld. Er was niets. Ik had mijn bankpas meegenomen om eventueel nog een kopje koffie te drinken bij een of andere strandtent. Vergeet het maar! Al het bewijsmateriaal van menselijk leven was haast chirurgisch verwijdert.
Behalve ik. Ik liep hier. De zee was fantastisch. Het strand leeg en vrijwel ongerept. Dat de zon voorzichtig door het verder dichte wolkendek scheen maakte het plaatje compleet. Prachtig. De wind in de rug. Ik liep als een koning in zijn eenmansrijk. Mijn enige onderdanen kozen vluchtig het luchtruim. Ik liep soepel en gedragen door de wind in een rap tempo. Het was perfect en toch miste ik wat. Hoe kon iets perfect zijn en toch iets missen?
Oei.. We gingen toch niet sentimenteel worden? Yep.. Daar had je Jon Bon Jovi al. “This Romeo is bleeding.. But you can’t see his blood.. ” Ik dacht aan Noordwijk, wreef even in mijn ogen.. wind.. en besloot te genieten van dat wat er wel was. Weg hier.. Rennen.. Zo hard als ik kon. Zo ver als ik kon. Maar niemand kan wegrennen van Jon in je hoofd. “Now your pictures that you left behind.. Are just memories of a different life..“. Ik stopte met rennen en liep naar de dichtbij zijnde pier. Ik besloot om Jon maar even uit te laten razen. “We can pack up our old dreams and our old lives.. We’ll find a place where the sun still shines..” De zee beukte gewoon door tegen de pier. De golven kwamen af en aan alsof er niets gebeurd was. Zo dat was het dan.. Ow nee.. “‘I’ll be there till the stars don’t shine..Till the heavens burst and the words don’t rhyme..” Ik luisterde nog even.. Ja.. Jon was nu echt klaar.
Het was stil. Ok, ik hoorde de zee bulderen, de wind ruizen en een eenzame klagende meeuw krijsen maar verder was het stil. Zo stil dat ik mijn hart hoorde kloppen. Die deed het in ieder geval. Ik ging weer lopen. Strandpaal 29.000. Het was tijd om terug te gaan. Ik zag de zon langzaam maar zeker richting de horizon zaken. Ik wilde nog niet. Strandpaal 28.750.. 28.500.. Ik besloot om nog een klein stukje door te gaan om nog even te genieten van de stilte, de zee, het strand. Allemaal cadeautjes op een gewone door de weekse middag.
Ik zag er gigantisch tegen op om terug te gaan. Niet zo zeer vanwege het prachtige slingerende pad wat ik vanaf de top van de duinen al had zien liggen. Ook niet vanwege de mooi dennenbosrand aan het einde van het pad. Nee, ook niet omdat ik nog even langs dat super vlakke duinmeertje mocht lopen. Nee.. ik zag er tegen op omdat ik wist dat er straks weer een eind kwam aan deze hardloopbubbel. Wellicht zou het warme bad en al die verdiende endorfine het nog even kunnen rekken.
Ik keek nogmaals om naar de zee. De zon deed zijn best om door het dichte wolkendek heen te breken en bezorgde me alsnog een romantische zonsondergang. Zou romantiek en hardlopen dan toch nog samen gaan. Het was in ieder geval een cadeautje.. Terug bij het hotel hadden ze de kaarsjes al aan gestoken. De receptioniste zag dat ik tot mijn knieën onder de modder en zand zat. “Zo.. Heb je je vermaakt? vroeg ze lachend. “Kom je zo bij ons eten?”. Ik keek naar mijn benen. “Ja.. ga eerst maar lekker in bad..” zei ze soort van streng. Een tikkeltje beschaamd trok ik mijn schoenen uit en sloop op mijn sokken naar mijn kamer. Ik keek nog even of ik niet al te veel zand achter liet. Mijn blik kruiste de lieftallige dame achter de balie. Ze gaf me een knipoog.. Het kon nog wel eens lange dag worden.. wellicht zelfs romantisch..
PS. Dit einde roept natuurlijk allerlei vragen op. Dat begrijp ik als geen ander. Tegen al die nieuwsgierigen kan ik alleen maar refereren aan het oude chinese spreekwoord..”A dirty mind is a joy forever..”